Tijdelijk verbod
Het College legt aan de bedrijfsrevisor een tijdelijk verbod op van zes maanden om alle activiteiten uit te oefenen, en schorst zijn inschrijving in het register voor dezelfde termijn om onder meer het algemeen (economisch) belang en het belang van derden niet verder in het gedrang te brengen.
Dit houdt in dat de bedrijfsrevisor zijn titel van bedrijfsrevisor gedurende de voormelde periode niet mag gebruiken of daarop mag alluderen door onder meer, maar zonder daartoe beperkt te zijn, deze te plaatsen onder zijn handtekening, op briefhoofdpapier, op sociale media of websites. Alle revisorale werkzaamheden die een bedrijfsrevisor op basis van de wet van 7 december 2016[1] kan uitvoeren en de werkzaamheden die een bedrijfsrevisor op basis van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur kan uitvoeren, vallen onder het toepassingsgebied van de beslissing van het College. Dergelijke werkzaamheden kunnen niet worden uitgeoefend tijdens deze periode, zelfs niet in onderaanneming of enige andere wijze.
Dit tijdelijk verbod loopt vanaf 5 oktober 2023 tot en met 4 april 2024.
Herstelmaatregel
Het College legt een eerste hersteltermijn op aan de bedrijfsrevisor die verband houdt met zijn controle in het kader de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen.
De bedrijfsrevisor moet zich conformeren aan het wettelijk kader door het mandaat bij een bepaalde vereniging onmiddellijk te beëindigen en door zich te onthouden van de uitvoering van enige revisorale opdracht in dat kader of enig document te ondertekenen dat voortvloeit uit dergelijke opdrachten.
Het College legt een tweede hersteltermijn op aan de bedrijfsrevisor die verband houdt met zijn controle in het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening bedoeld in Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De bedrijfsrevisor moet zich conformeren aan het wettelijk kader door het mandaat bij een bepaalde onderneming onmiddellijk te beëindigen en door zich te onthouden van de uitvoering van enige revisorale opdracht in dat kader of enig document dat voortvloeit uit dergelijke opdrachten te ondertekenen.
Het College legt een derde hersteltermijn op aan de bedrijfsrevisor die verband houdt met de kantoororganisatie en de uitvoering van revisorale opdrachten (zoals degene die worden beoogd in de eerste en tweede hersteltermijn).
De bedrijfsrevisor moet zich vooreerst conformeren aan het wettelijk kader door onder meer te voorzien in effectieve beleidslijnen en procedures om de geheimhouding, veilige bewaring, integriteit, toegankelijkheid, en de opvraagbaarheid van de opdrachtdocumentatie te handhaven, een effectieve archivering van alle controledossiers ongeacht hun drager, een effectieve afzonderlijke niet-gedeelde infrastructuur, informaticanetwerk en data-infrastructuur ter bescherming van het beroepsgeheim van de bedrijfsrevisor, en schriftelijke overeenkomsten met personen voor wie hij instaat en in voorkomend geval beroep op doet zodat zij onderworpen zijn aan hetzelfde beroepsgeheim als de bedrijfsrevisor.
De bedrijfsrevisor moet zich verder conformeren aan het wettelijk kader door effectieve maatregelen te nemen zodat hij zijn werkzaamheden als bedrijfsrevisor met de vereiste bekwaamheid op kwalitatieve wijze kan uitvoeren en overeenkomstig de toepasselijke regelgeving zodat de continuïteit en regelmatigheid van zijn controlewerkzaamheden worden gewaarborgd en in het bijzonder, maar niet beperkt tot, de correcte toepassing van de ISA’s en de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.
Het College legt een vierde hersteltermijn op aan de bedrijfsrevisor die verband houdt met de gegevens in het openbaar register.
De bedrijfsrevisor moet zich verder conformeren aan het wettelijk kader door de gegevens in het openbaar register overeen te laten stemmen met de werkelijkheid.
Het College legt een vijfde hersteltermijn op aan de bedrijfsrevisor die verband houdt met de regeling inzake onverenigbaarheden die gelden voor bedrijfsrevisoren. Bedrijfsrevisoren mogen geen revisorale opdrachten uitvoeren wanneer zij rechtstreeks of onrechtstreeks een handelsactiviteit uitoefenen.
De bedrijfsrevisor moet zich conformeren aan het wettelijk kader door alle verboden activiteiten stop te zetten.
Wettelijke kader van de genomen beslissingen
Het College kan, overeenkomstig artikel 57 van de wet van 7 december 2016, een termijn opleggen waarbinnen de bedrijfsrevisor zich moet conformeren aan (welbepaalde bepalingen van) het toepasselijke wetgevende en reglementaire kader.
Het College kan, overeenkomstig dezelfde bepalingen, in spoedeisende gevallen beslissen om een bedrijfsrevisor gedurende een bepaalde termijn verbieden om alle activiteiten uit te oefenen en de inschrijving in het openbaar register te schorsen.
Het College kan, overeenkomstig dezelfde bepalingen, daarbij overgaan tot publicatie van de oplegde maatregelen.
***
[1] Wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.