College van toezicht op de bedrijfsrevisoren

Voortdurend de auditkwaliteit versterken 

Home

Nationale samenwerking

Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA)

Het College werkt nauw samen met de FSMA. Het protocol tussen de FSMA en het College van 18 oktober 2017 regelt de betrekkingen tussen de twee autonome instellingen. Zo neemt de FSMA het secretariaat-generaal van het College waar en doet het College – zoals wettelijk voorzien – een beroep op de Centrale Inspectiedienst van de FSMA voor de uitvoering van de kwaliteitscontroles bij OOB-bedrijfsrevisoren(kantoren). Het College werkt ook intensief samen met de FSMA voor alle IT en technologische ondersteuning. 

In het kader van zijn toezicht kan het College beslissen de sanctiecommissie van de FSMA te vatten. In dat geval stelt het College een procedure in die kan leiden tot het opleggen van administratieve maatregelen, gaande van een waarschuwing tot de intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor, en het opleggen van administratieve geldboetes. De administratieve maatregelen en geldboetes die de sanctiecommissie kan opleggen, zijn gedefinieerd in artikel 59 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.

Nationale Bank van België

Het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren werkt nauw samen met de Nationale Bank van België. Het samenwerkingsakkoord van 14 juni 2019 regelt de samenwerking bij de uitoefening van de respectieve opdrachten en de modaliteiten voor de onderlinge informatie-uitwisseling.

Instituut van de Bedrijfsrevisoren

De wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het toezicht op de bedrijfsrevisoren delegeert de volgende opdrachten aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren :

  • de toekenning en de intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor;
  • de inschrijving, de registratie, het bijhouden en bijwerken van het openbaar register en;
  • de organisatie van de permanente vorming.

De eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op en de uitvoering van de aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren gedelegeerde opdrachten komt toe aan het College.

Verder is het Instituut van de Bedrijfsrevisoren verantwoordelijk voor het opstellen van het normatief kader ter aanvulling van het wettelijk en internationaal normatief kader. Het College controleert de naleving van dat kader door de bedrijfsrevisoren.

De Federale Ombudsman

De federale Ombudsman en het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren werken samen, wisselen informatie uit en maken meldingen over in overeenstemming met de wet van 28 november 2022 betreffende de bescherming van klokkenmelders in de private sector. Het samenwerkingsprotocol van 28 november 2024 regelt deze samenwerking.

Hoge Raad voor de Economische Beroepen

Wat de nationale dialoog betreft, wisselt het College regelmatig van gedachten met de Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB). Dit gebeurt in de vorm van door de HREB aan het College gevraagde adviezen over ontwerpnormen die door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren zijn opgesteld, dan wel in de vorm van door het College gevraagde adviezen over andere aangelegenheden van normatieve aard of nog, gedachtewisselingen over de evoluties in de sector. Overeenkomstig artikel 31, § 1, vierde lid van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren kan het College zijn opmerkingen binnen de zes weken na de vraag van de HREB overmaken.

In het kader van de analyse van een ontwerpnorm gaat het College onder meer na of de inhoud van de norm voorzienbaar en toegankelijk is, zodat iedereen en in het bijzonder de bedrijfsrevisor de norm correct kan toepassen en begrijpen en het College in voorkomend geval handhavend kan optreden.

Raadgevende vergadering voor het publiek toezicht op het beroep van de bedrijfsrevisoren

De raadgevende vergadering voor het publiek toezicht op het beroep van de bedrijfsrevisoren vindt jaarlijks plaats. De raadgevende vergadering behandelt algemene kwesties over het publiek toezicht op het beroep en is samengesteld uit de voorzitter van het comité van het College, twee vertegenwoordigers van het College, twee vertegenwoordigers van de HREB, vier vertegenwoordigers van het IBR en twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

De voorzitter van het comité roept de vergaderingen van de raadgevende vergadering bijeen, zit ze voor en organiseert ze met de hulp van het secretariaat-generaal.