De secretaris-generaal van de BAOB voerde een onderzoek naar de handelingen en werkzaamheden van bedrijfsrevisor Werner Van Den Keybus. Deze bedrijfsrevisor is ingeschreven in het openbaar register van de bedrijfsrevisoren onder het nummer A01227[1].
Op 11 september 2025 beraadslaagde de BAOB over de gevolgen die het wenst te geven aan het definitieve onderzoeksverslag van de secretaris-generaal over de mogelijke inbreuken op het toepasselijke wetgevende en reglementaire kader.
De BAOB besloot om ten aanzien van de bedrijfsrevisor een procedure in te stellen bij de sanctiecommissie van de FSMA die tot de oplegging van administratieve maatregelen en/of een geldboete kan leiden. De wetgeving bepaalt in dat geval dat de BAOB (i) de betrokken partij in kennis stelt van de grieven en haar het definitief onderzoeksverslag van de secretaris-generaal overmaakt, en (ii) de kennisgeving van de grieven aan de voorzitter van de sanctiecommissie overmaakt. Het komt dan de sanctiecommissie toe om over de eventuele oplegging van administratieve maatregelen en/of een geldboete te beslissen. De sanctiecommissie is een autonoom orgaan van de FSMA dat hoofdzakelijk is samengesteld uit door de Koning aangestelde magistraten.
Indien een van de in de kennisgeving vermelde grieven een strafrechtelijke inbreuk kan uitmaken, verplicht de wetgeving de BAOB om deze kennisgeving aan de procureur des Konings over te maken[2]. De BAOB kan, overeenkomstig dezelfde bepalingen, daarbij overgaan tot openbaarmaking van deze aangifte.
De BAOB meent dat Werner Van Den Keybus zich mogelijk schuldig heeft gemaakt, als dader en/of deelnemer, aan de volgende strafbare inbreuken:
- het plegen van valsheid in geschriften en in informatica en het gebruik van valse stukken (artikelen 193, 196, 197, 210bis en 213 van het Strafwetboek)
- het met bedrieglijk opzet attesteren of goedkeuren van rekeningen, jaarrekeningen, balansen en resultatenrekeningen van vennootschappen als commissaris of bedrijfsrevisor, terwijl niet is voldaan aan de bepalingen over de wettelijke controle van de jaarrekening, en zij daarvan kennis hebben, of, niet hebben gedaan wat zij hadden moeten doen om zich te vergewissen of aan die bepalingen is voldaan (artikel 3:97, § 2, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen)
- het verhinderen van de onderzoeken van de BAOB en het bewust verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie (artikel 85, § 1, eerste lid, 3° van de wet van 7 december 2016)
- de beroepswerkzaamheid van bedrijfsrevisor uitoefenen of deze titel voeren terwijl deze het voorwerp uitmaakt van een uitvoerbare schorsingsmaatregel (artikel 85, § 1, eerste lid, 2° van de wet van 7 december 2016)
- het aanmatigen van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor (artikel 85, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 7 december 2016)
De BAOB lichtte de procureur des Konings van het parket van Antwerpen daarom in.
De BAOB besloot om gebruik te maken van de door de wet geboden mogelijkheid tot openbaarmaking van zijn beslissing om de kennisgeving van de grieven aan de procureur des Konings over te maken. De BAOB acht het noodzakelijk dat in het algemeen belang het publiek wordt geïnformeerd over deze stap in de procedure.
[1] U kan het openbaar register raadplegen op https://www.ibr-ire.be/nl/auditor-detail/auditor-detail?auditorId=4360451c-6561-4164-b3ef-1862fa8f2b58
[2] Artikel 58 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren